De inrichting van het kantoor is zodanig ontworpen dat nagenoeg niets meer herinnert aan de oude situatie. De kantoorruimte is vorm gegeven als een open ruimte waarin een aantal te onderscheiden objecten zijn opgenomen. In deze objecten zijn werkplekken en ruimten gesitueerd die een zekere beslotenheid dicteerden. Tussen de objecten onderling zijn werkplekken en voorzieningen geprojecteerd die in minder afgesloten ruimten kunnen functioneren. De hoogte van de borstwering is voor een groot gedeelte verminderd door plaatselijk de vloer te verhogen. Hierbij wordt er van uitgegaan dat de bestaande radiatoren zo mogelijk onveranderd op dezelfde positie en hoogte blijven. Daar waar het vloerniveau niet wordt verhoogd zijn de voorzieningen voor het zo genaamde middengebied opgenomen alsook de repertoireruimte. Een aantal bestaande wanden zijn gehandhaafd, doch niet meer als zodanig herkenbaar door hun vernieuwde afwerking.
Alle overbodige niet dragende binnenwanden alsmede het verlaagde plafond worden verwijderd. De binnenkanten van de buitengevels alsook de wanden van de repertoireruimte en de stafmedewerkers zijn bestaand. Zij zullen worden hersteld bij beschadigingen en afgewerkt in stukwerk kleur wit. De binnenzijde van de aluminium buitenkozijnen worden geschilderd in kleur zwart. Zo ook de binnenkanten van de stalen buitenkozijnen in de achter- en zijgevel als deze niet worden vervangen door slank geprofileerde aluminium kozijnen in kleur zwart. De onderzijde van de in het zicht blijvende dakvloer alsmede alle wanden boven plafondhoogte worden zwart geschilderd. De leidingen voor elektra en data worden via industrieel uitziende kabelgoten tussen de eventueel aanwezige verlaagde plafonds en de balken van de hoofddraagconstructie aangebracht. Algemene verlichtingsarmaturen worden hier ook op aangebracht.
Ten behoeve van de huurders worden nog een aantal toevoegingen voorgesteld welke niet van invloed zijn op de kwaliteit, de bouwkundige staat of de uitstraling van het gebouw. Zij zijn enkel en alleen nodig om de identiteit van de gebruikers van dit entreegebouw voor de buitenwereld kenbaar te maken en het trappenhuis een bijzondere sfeer te geven..
Op begane grondniveau in het trappenhuis zullen op een perspex plaat vrij hangend voor de achterwand de bewegwijzering en de namen van de gebruikers van het trappenhuis worden gezeefdrukt.
Op de verschillende verdiepingen zullen aan de binnenzijde van de buitenpuien perspex platen van diverse afmetingen vrijhangend aan het plafond worden bevestigd. Op deze panelen vind de bewegwijzering plaats en zijn de specialiteiten van de diverse gebruikers van het trappenhuis middels een zeefdruk vastgelegd.